Online jongerenwerk onderzoek 2019

In 2019 heb ik een klein onderzoek gedaan naar sociale media en het gebruik daarvan in het jongerenwerk. De ontwikkeling gaat stevig door. Daar ben ik blij om. Het onderzoek wil ik einde van 2020 weer doen. Maar bij deze wil ik de resultaten wel met jullie delen. 

platformgrbuik jongerenwerkers

In het onderzoek is duidelijk te zien dat Whats App het meest gebruikt wordt voor het contact met jongeren door de respondenten. Maar ook instapgram scoort heel hoog. Je ziet dat Facebook wel een medium is en blijft in het behouden van contact maar deze staat echt op de 3de plek en daardoor ook gericht op meer algemeen publiek.

De respondenten geven aan, dit laat het diagram ook duidelijk zien, dat er tussen de 10% tot 30% aan werktijd in het gebruik van sociale media gaat zitten. Dit is een redelijk hoog getal, zeker de 30% groep zit meer dan 1,5 uur per dag online. Dit past bij de doelgroep, die ook veel online is. Maar dit heeft effect op andere taken en in de uitvoering van werkzaamheden. 

Er is uit de het antwoord op de vervolgvraag, op te maken dat het niet allen direct contact is maar dat er ook monitoring plaatsvind. Het scrollen langs de nieuws-feeds, het bekijken van reacties en beeldopbouw. Ik denk dat het goed is dat de jongerenwerkers duidelijk aangeven bij jongeren dat ze zowel offline als online monitoren. We doen er goed aan deze positie ook te geen versterken vanuit meer methodisch werkwijze. 

Het is wel het geval dat onder de respondenten meer dan de helft aangeeft geen specifieke doelstellingen te hebben in de opdracht voor het werken in de online wereld van jongeren. Het is goed dat jongerenwerkers de keuze zelf maken, het is nodig in het werk met jeugd. Maar duidelijkheid zorgt ook voor meer resultaat en draagt bij aan methodische ontwikkeling van het vak. Ik hoor dan in 2020 meer opdrachten het onlinejongerenwerk specifieker benoemen.  

Het antwoord op deze vraag verbaasde mij enig sinds. Het werken in de online wereld is binnen de instellingen nog niet echt bestendigd. Ik ben dan ook zeer positief gestemd dat er door JOZ en NJI een aanzet is gedaan om het online werken een betere plek te geven in de organisaties. Lees het rapport via de link. 

Onderdeel van het niet hebben van een beleid of protocol is in mijn optiek debet aan onvoldoende kennis over effectief werken met jongeren in het online domein. Er worden vele marketing boeken geschreven hoe je online actief kan zijn als bedrijf. Het vinden van informatie is dus niet heel ingewikkeld. maar jongerenwerkers zwemmen nog in deze materie. Lees eens :

sociaal werk in de digitale samenleving

Digivaardig sociaal werk

Ook al vind ik het getuigen van echte aansluiting en present werken. Veel jongerenwerkers behouden contact met hun jongeren ook als ze niet aan het werk zijn. Er zijn werkers die er bewust voor kiezen om dit te doen, bij specifieke jongeren. Het gaat er vooral om, vind ik, dat je je bewust bent van de impact van “eigenlijk altijd” online zijn. Ook als jongerenwerker heb je soms jij tijd nodig. 

Gelukkig is de stap al wel gezet en ruim 3/4 de van de jongerenwerkers hebben een “werk” account op sociale media. Dit is een belangrijk signaal naar de doelgroep en partners. Alleen is in een eerdere vraag het gemis aan beleid ook naar voren gekomen. en juist bij het gebruik van werkaccounts is de borging in beleid van essentieel  belang.  Als werknemer vertegenwoordig je je organisatie, je zal altijd moeten nadenken over wat je zegt online. 

Ik vind dit zelf een moeilijke vraag, omdat contact via sociale media veel al wordt bestempeld als vluchtig. Maar jongerenwerkers ervaren een effectiever contact door het gebruik van sociale media. Als dit gekoppeld wordt aan bovenliggende vraag  over interactief gebruik en het monitoren, zijn jongerenwerkers er goed in om de online en offline wereld te verbinden aan elkaar en daarmee effectiviteit te vergroten. 

Sociale media is open voor iedereen, het komt veelvuldig voor dat jongeren de jongerenwerker gaan volgen via de sociale media. Ik vind het heel belangrijk dat je er als jongerenwerker voor zorgt dat je met jongeren verbinding maakt. Onbekende jongeren groet je, en je legt daarbij uit wat jou rol en functie is, wat de jongere kan verwachten van de connectie. Want je hebt een professionele rol te vervullen als jongerenwerker!

De algemene indruk, en deze volg ik  ook, is dat het werken in het algemeen meer effect heeft. Er is meer contact, je bent meer zichtbaar voor jongeren. Ook op verschillende momenten en op verschillende manieren. Het werken via sociale media heeft positief effect in de bekendheid van de professional en aanbieders. Het is vooral de verbinding tussen online en offline waar de meerwaarde ontstaat.

De meeste zorgen zijn er rond het thema sexting, als je het nieuws volgt hoor je ook dat dit een van de lastige thema’s zijn met de meeste impact op persoonsniveau. Cyberpesten staat op nr 2, en profiel misbruik op 3. Jongerenwerkers hebben vooral in de informerende en voorlichting en belangrijke rol. 

Dit thema verdient meer aandacht dan ik nu wil schrijven in het kader van het onderzoek uit 2019. Daarover later meer. 

Het is goed om te zien dat er stappen worden gezet om het online werken vanuit het jongerenwerk verder vorm te geven. Want de online wereld is een bijzondere wereld met voldoende kansen maar zeker ook bedreigingen.  De online wereld zal nog wel verder groeien, en met de tijd veranderen. Maar jongeren zullen altijd kwetsbaar blijven in het ontdekken van hun plek en rol in deze wereld. Die niet altijd vergevingsgezind is.

Het document van het NJI- JOZ

Document van KIS